De protestzanger

Druk afbeelding hier rechts voor:

The Universal Soldier van DONOVAN >

>

Een protest lied was natuurlijk ook over meneer de president

Eigenlijk zijn heel veel liedjes protest liedjes.

Soms met een lading van identiteit, toch gaat er dan in de meeste geval heel veel leed aan vooraf

Natuurlijk wist Ramses Shaffy als geen ander het bekende  lied van Louis Puisuise (grondlegger van Nederlands cabaret) te vertolken. Na de oorlog was er een grote noodzaak dat Nederland zich geestelijk vrij kon maken. Ramses Shaffy vertelde me nog eens persoonlijk dat hij dit echt een heerlijk lied had gevonden om te zingen.

Joop Visser is al jaren een zeer bekende protestzanger

Hij zong in zijn liedjes veel van wat normaal gesproken nooit gezongen werd

later trad Joop vele jaren op met Jessica

Ik genoot toen zij met zijn tweeen eens voor het  programma HOLLAND´S GOT TALENT kwamen

voor nog te ontdekken talent (hehehe)

De Hollandse poppenkast op zijn best!

Natuurlijk werd de jury ook wel eens op een geheel andere manier op een verkeerd been gezet.                                     Eigenlijk is dit ook een soort van breken met vooroordelen.

En dan heb je natuurlijk Bob Daylan als een van de grootste protestzangers

Of anders het protestliedje van Joan Baez

en natuurlijk niet te vergeten Amalia Rodrigues

In Frankrijk was mijn grote held Georges Brassens

Dit geweldige nummer begon ik echt helemaal waarderen toen ik de tekst ervan vernam

Les Funérailles d'Antan

De begrafenis van vroeger

Jadis, les parents des morts vous mettaient dans le bain

De bonne grâce ils en f'saient profiter les copains

" Y a un mort à la maison, si le cœur vous en dit

Venez l'pleurer avec nous sur le coup de midi... "

Mais les vivants aujourd'hui n'sont plus si généreux

Quand ils possèdent un mort ils le gardent pour eux

C'est la raison pour laquell', depuis quelques années

Des tas d'enterrements vous passent sous le nez

 

Mais où sont les funéraill's d'antan ?

Les petits corbillards, corbillards, corbillards, corbillards

De nos grands-pères

Qui suivaient la route en cahotant

Les petits macchabées, macchabées, macchabées, macchabées

Ronds et prospères

Quand les héritiers étaient contents

Au fossoyeur, au croqu'-mort, au curé, aux chevaux même

Ils payaient un verre

Elles sont révolues

Elles ont fait leur temps

Les belles pom, pom, pom, pom, pom, pompes funèbres

On ne les r'verra plus

Et c'est bien attristant

Les belles pompes funèbres de nos vingt ans

 

Maintenant, les corbillards à tombeau grand ouvert

Emportent les trépassés jusqu'au diable vauvert

Les malheureux n'ont mêm' plus le plaisir enfantin

D'voir leursritiers marron marcher dans le crottin

L'autre semain' des salauds, à cent quarante à l'heur'

Vers un cimetièr' minable emportaient un des leurs

Quand, sur un arbre en bois dur, ils se sont aplatis

On s'aperçut qu'le mort avait fait des petits

 

Mais où sont les funéraill's d'antan ?

Les petits corbillards, corbillards, corbillards, corbillards

De nos grands-pères

Qui suivaient la route en cahotant

Les petits macchabées, macchabées, macchabées, macchabées

Ronds et prospères

Quand les héritiers étaient contents

Au fossoyeur, au croqu'-mort, au curé, aux chevaux même

Ils payaient un verre

Elles sont révolues

Elles ont fait leur temps

Les belles pom, pom, pom, pom, pom, pompes funèbres

On ne les r'verra plus

Et c'est bien attristant

Les belles pompes funèbres de nos vingt ans

 

Plutôt qu'd'avoir des obsèqu's manquant de fioritur's

J'aim'rais mieux, tout compte fait, m'passer de sépultur'

J'aim'rais mieux mourir dans l'eau, dans le feu, n'importe

Et même, à la grand' rigueur, ne pas mourir du tout

O, que renaisse le temps des morts bouffis d'orgueil

L'époque des m'as-tu-vu-dans-mon-joli-cercueil

Où, quitte à tout dépenser jusqu'au dernier écu

Les gens avaient à cœur d'mourir plus haut qu'leur cul

Les gens avaient à cœur de mourir plus haut que leur cul

 

In vroeger tijden werd je erbij betrokken door de familie van de doden.
Zij lieten de ouwe makkers gaarne meegenieten
“er is een dode bij ons thuis, als je hart het je ingeeft, Kom hem dan met ons bewenen klokslag 12 uur…”.
Maar vandaag de dag zijn de levenden niet zo royaal, Als zij een dode hebben houden ze hem voor zichzelf.
Dat is de rede waarom sinds enkele jaren
Een heleboel begrafenissen je door de neus worden geboord.

Waar zijn ze toch gebleven die uitvaarten van weleer?
De kleine lijkkoetsen, lijkkoetsen, lijkkoetsen, lijkkoetsen
Van onze grootvaders
Die hortend en stotend de weg volgden,
De kleine kadavers, kadavers, kadavers, kadavers
Rond en welvarend.
Als de erfgenamen tevreden waren
Betaalden ze een glas
Voor de grafdelver, de lijkdragers, de pastoor en zelfs voor de paarden.
Zij zijn voorgoed voorbij,
Zij hebben hun tijd gehad
De mooie begrafenisondernemingen.
We zullen ze nooit meer zien
En dat is toch wel heel treurig
De mooie begrafenisondernemingen van onze jeugd.

Nu nemen de lijkkoetsen met halsbrekende snelheid
De overledenen mee tot zo ver mogelijk
De arme drommels hebben niet eens meer het kinderlijke genoegen
Om hun bedrogen erfgenamen te laten lopen in de drek.
Toen ‘n week of wat geleden een stelletje schurken een van de hunnen
Naar een armzalig kerkhof reden met 140 per uur,
Reden zij zich te pletter tegen een boom van hardhout,
Het bleek achteraf dat de dode doden had gebaard.

Waar zijn dan toch de uitvaarten van weleer?
De kleine lijkkoetsen, lijkkoetsen, lijkkoetsen, lijkkoetsen
Van onze grootvaders
Die hortend en stotend de weg volgden
De kleine kadavers, kadavers, kadavers, kadavers
Rond en welvarend;
Als de erfgenamen tevreden waren
Betaalden ze een glas
Voor de grafdelver, de lijkdragers, de pastoor en zelfs voor de paarden.
Zij zijn voorgoed voorbij,
Zij hebben hun tijd gehad
De mooie begrafenisondernemingen.
We zullen ze nooit meer zien
En dat is heel treurig,
De mooie begrafenisondernemingen van onze jeugd.

Liever dan een uitvaartplechtigheid te krijgen met een tekort aan versieringen
Zou ik liever, alles bij elkaar genomen, helemaal geen teraardebestelling ondergaan.
Ik zou liever sterven in het water, in het vuur of waar ook, En zelfs, als het helemaal moet, helemaal niet sterven.
Ach, herleefden de tijden maar van de hovaardige doden,
De tijd van het ’heeft u mij wel zien liggen in mijn prachtige kist’ De tijd dat, al moesten ze er hun laatste gulden aan uitgeven,
Het de mensen aan het hart ging om boven hun stand te sterven,
Het ging de mensen aan het hart om boven hun stand te sterven.